Eigenlijk had ze op dat moment geen tijd maar omdat hij ineens heel open begon te praten kon ze niet anders dan de tijd voor hem te nemen. 

Hij vertelde over hoe hij in het leven stond en hoe hij zijn toekomst zag.  Zij vroeg toen aan haar zoon “Hoe komt het toch dat we nooit eerder van zulke gesprekken hadden?” Zijn antwoord was: “Je stelde alleen maar vragen en ik had geen zin om me te verantwoorden bij jou”. Dit gesprek bracht me aan het denken.....

Wij ouders willen onze kinderen wat leren over het leven, want dat zijn we verplicht. En hoe doen we dat; we leggen ze “onze” waarden en normen op want die zijn toch prima? Je hoort  namelijk te sparen, naar school te gaan of te werken, je spullen op te ruimen, persoonlijke hygiëne in het oog te houden, afspraken na te komen, niet te stelen (ook niet van je ouders), de waarheid te vertellen, niet altijd boos te worden, eens wat terug te doen voor een ander, vertrouwen te hebben in jezelf en in de ander, eigen verantwoordelijk te nemen, niet mensen uit te spelen, niet  zwart/wit te denken (want er is altijd nog grijs), hulp te vragen als dingen niet lukken, dingen positief proberen te zien, enzovoort.

Deze waarden en normen hebben vanzelfsprekend alle adoptieouders (wij zijn goedgekeurd, toch?) Maar waarom lukt het ons dan vaak niet om ze over te brengen op onze kinderen terwijl onze ouders het voor een groot deel wel gelukt is bij ons? Uiteraard stellen wij vragen aan onze kinderen, net zoals mijn kapster, misschien op een gegeven moment wel alleen maar. Ik merk dat thuis ook wel op, want op vragen krijg ik vaak geen antwoord of een mooi verhaal, maar als de kinderen eenmaal op hun praatstoel zitten dan zijn ineens  ze heel open en hoor je toch waar ze mee zitten en bezig zijn. Het gebeurt ook, vooral in de puberteit natuurlijk, dat ze dat bij jou niet doen maar hoogstwaarschijnlijk wel bij anderen.

Een ding is mij in de loop der jaren duidelijk geworden. Veel van mijn eigen “waarden en normen” zijn maar “tijdelijk” anders dan die van mijn kinderen, want later, als ze veel ouder zijn, komen ze er toch vaak weer op terug. En natuurlijk speelt bij hun gevoel van “normen en waarden”  hun achtergrond mee; het  land en milieu herkomst, hun overlevingsmechanisme en de langere tijd die ze nodig hebben om zelfstandig te worden. Een goed voorbeeld hiervan is het verhaal van een bevriende adoptiemoeder. Haar zoon is 23 jaar oud.  Hij heeft geen een school afgemaakt, hij heeft af en toe werk, hij woont wel zelfstandig, hij heeft de verkeerde vrienden en hij gebruikt het een en ander. Hij wordt bevriend met een wat oudere en aardige marktkoopman en helpt hem af en toe, dat gaat zó goed en hij vindt het zó leuk dat hij nu een full time op de markt staat (een baan waar hij en zijn ouders nooit aan gedacht hadden) en zijn leven voor een groot deel weer op orde heeft.

 
 
 
 
 
 
 
 

Ga naar boven