adoptie-magazineEen soort Vesuvius, die onverwachts tot uitbarsting komt vanaf het moment dat de puberteit aanbreekt?
Kun je daar in een vroeg stadium al op voorbereid zijn? En in hoeverre spelen hulpverleners, familie en vrienden hierin een rol?

Drie adoptiemoeders aan het woord.
•  Angela en haar man hebben twee kinderen: zoon Jeremy (12) en dochter Larissa (10)
Ze komen respectievelijk uit Polen en Rusland.
"Ons gezin zit in een crisissituatie, omdat we ons zorgen maken om Jeremy op het moment. Hij heeft last van angst en depressie, waardoor hij tot niets komt. Jeremy staat niet graag onder druk en is nu al maanden thuis van school.

vert.streep groen425x5Leerplicht is al aan de deur geweest. We hebben dit willen voorkomen, door Bureau Jeugdzorg in te schakelen.
Die hebben enorm misgekleund. We hadden een hele duidelijke hulpvraag destijds en wilden gewoon medicatie voor ons kind. We werden als onkundige ouders weggezet en er werd een uithuisplaatsing aangevraagd.
Dit alles ging dwars in tegen het advies van de verwijzende huisarts en de psycholoog, die ons goede ouders vonden.
Het gevolg was dat we tweeënhalve maand hebben geworsteld met Jeremy, zonder dat er hulp op gang kwam.''

Zus Larissa , vertoonde in het begin juist overdreven aangepast gedrag. Maar wij gaan anders met haar om dan met Jeremy destijds, en mede dankzij haar therapie, gaat Larissa nu als een bloem open.

Ambivalent Gedrag
Hoewel Jeremy altijd latent boos is geweest en weinig vertrouwen heeft in de mensen, is hij erg geliefd op school.
Zijn klasgenoten komen hem nog steeds thuis opzoeken. "Jeremy doet stoer, maar thuis liet hij me stilletjes weten dat hij eigenlijk bang is om naar school te gaan."
"Wat een kind naar buiten toe laat zien, kan van binnen heel anders zijn. Het is ongelofelijk hoe goed adoptiekinderen hun ware identiteit kunnen verbloemen. "
"Wij hebben in het begin de kinderen alles willen geven, om maar te vergoeden wat ze hebben gemist", zegt Angela.
"Het was een vorm van idealisme. Familieleden en vrienden vonden dat verwennerij. En dat was het ook. Maar dat wil niet zeggen dat we geen grenzen stelden. Nu het misgaat met Jeremy , heb ik het gevoel dat ze mij erop afrekenen.
Maar een kind dat gezond in het leven staat, zou hier niet op uitgevallen zijn. We zijn ervan teruggekomen en weten dat we onmogelijk kunnen compenseren wat zij hebben gemist.
Toch zien we andere adoptieouders om ons heen dezelfde fouten maken. "

• Bij Sheila ging het anders:
" Wij hebben nooit rekening gehouden met de achtergrond van onze drie zoons.
Ze nooit een hand boven het hoofd willen houden. Ze kregen ook alle drie dezelfde behandeling.
We hebben ze geleerd om te leven in het hier en nu, onder de huidige omstandigheden, ondanks hun moeizame start. We hebben ze gewezen op de keuzevrijheid die ze hebben en wilden ze niet bevestigen in een slachtofferrol.
En dat werkte.
In de puberteit waren er bij alle drie geen echte uitbarstingen. Maar de omgeving speelde hierin ook een enorme rol", zegt Sheila: "Er was hier in het dorp gewoon niets. Ze moesten overal met de auto naartoe en konden dus zonder ons geen kant op."
Sheila's zoons zijn inmiddels volwassen. Ze kwamen uit Colombia toen ze 2, 4 en 6 waren.
Alleen de jongste woont nog thuis. Als ze terugkijkt, geeft ze toe dat het zorgenkindjes waren, maar ze had over het algemeen geen reden tot klagen. Wel merkt ze dat de jongens nog niet helemaal zelfstandig zijn, en dat ze als ouders ook nu nog heel veel moeten bijsturen.
Jorge(22), Michael (20) en Jairo (18) zijn biologische broers en hebben onderling een hechte band.
Jorge heeft vroeger nooit kind kunnen zijn. Hij moest altijd voor de kleintjes zorgen. We hebben hem dat echt af moeten leren.
De twee jongsten zijn onafscheidelijk en sliepen, tot vier jaar terug, nog bij elkaar op dezelfde kamer. Als er een op kamp was, kon de ander niet slapen. Michael kon, net als Jorge, naar buiten toe wel eens rare verhalen ophangen.
Zo kwamen wij in een kwaad daglicht te staan. Omdat ze het zo geloofwaardig konden maken, ontstond er veel onbegrip. Gelukkig hebben we dat wel bij kunnen draaien en hebben ze daarvan geleerd.
Mijn oudste zoon (Jorge) is de enige die zich echt tegen mij heeft afgezet. Dat waren niet perse puberteitsproblemen.
Het begon al vanaf het allereerste moment bij de kennismaking.
Hij was niet te vertrouwen en bespeelde zijn broertjes. Anderen zagen dit niet, dus ik voelde mij erg alleen hierin. Zelfs bij mijn partner kon ik niet terecht. Ik heb op een gegeven moment om hulp gevraagd bij de huisarts. Die heeft mijn noodkreet niet serieus genomen en zei dat we maar appeltaart moesten gaan bakken samen. Als hij ons op dat moment had doorverwezen, had dat veel leed kunnen voorkomen.
Toen Jorge en ik allebei studeerden, veranderde alles. Hij ging mij vragen stellen over de opleiding, en we hadden iets gemeenschappelijks om over te praten. Nu hebben we gelukkig een heel ander soort band met elkaar.

• Marjan en zoon Jean(14) hebben een moeilijke start gemaakt.
Ze konden door omstandigheden niet goed aan elkaar hechten.
Direct na aankomst vanuit Haïti, moest Marjan twee maanden naar het ziekenhuis met een dubbele longontsteking.
''Mijn leven was in gevaar. " In die periode waren er allerlei mensen die voor Jean zorgden.
Ook toen ik thuiskwam kon ik niet alles voor hem doen. Hij noemde iedereen mamma, behalve mij. " Hoewel dit pijnlijk was, troost Marjan zich met de gedachte dat zij blijkbaar toch bijzonder was voor hem.
Momenteel zit ook het gezin van Marjan in een crisissituatie.
Jean is tijdelijk uit huis geplaatst. Aangezien er al langere tijd problemen waren, was de maat vol en heeft vader aangifte gedaan, nadat Jean hem een blauw oog had geslagen.
Jean heeft twee gezichten:
aan de ene kant is hij een charmeur en heeft altijd mensen om zich heen.
Aan de andere kant doet hij alles wat God verboden heeft: stelen, liegen, roken, blowen, weglopen.
Hij begon daar opvallend vroeg mee. Na het overlijden van zijn oma was hij niet te troosten.
Hij liet zich in diezelfde periode gebruiken als geldezel. We kwamen daar achter toen zijn bankpas opeens weg was. Vervolgens stonden er hoge bedragen op zijn bankrekening. " Jean was pas 10. Dat vonden wij erg jong voor zulk gedrag. "
"Een echte vriendenkring heeft hij niet. Jean fladdert heel erg. De vrienden die hij heeft, zijn niet de mensen die het echt met hem menen. Ze verraden hem soms. De mensen met wie ik hem graag zou zien, komen niet bij ons thuis."
Op school gaat het niet goed. Hij is gedaald in niveau en heeft inmiddels zo een slechte naam, dat we hem op voorhand hebben weggehaald. Telkens als er iets verdwenen was, kreeg Jean daarvan de schuld. Op de nieuwe school krijgt hij het voordeel van de twijfel.
"Jean zit nu in het logeerhuis. Hij hoort de weekenden thuis te komen, maar is de afgelopen periode 3 weekenden spoorloos geweest. Gek genoeg waren we het derde weekend niet meer zo bezorgd als de eerste keer. Wat eigenlijk heel gevaarlijk is. We waren wel verbaasd dat de ouders van de vrienden die hem opvingen ons niet belden".
" We lopen nu bij de opvoedpoli en wachten op verder onderzoek.
In de tussentijd, proberen we de band met hem weer op te bouwen, door hem geleidelijk aan naar huis te laten komen. Het is in wezen een aardige jongen. Ik hoop dat zijn gedrag nog bijdraait, voordat hij de deur uit gaat. "

Angela vindt dat adoptieouders, ondanks de VIA cursus, onvoldoende voorbereid zijn op hun taak:
"Je hebt er zoveel extra voor nodig. Ze zouden ons eerst moeten testen op uithoudingsvermogen", stelt ze.
"En een verplichte nazorgcursus zou ook goed geweest zijn".
"De omgeving zou ons veel meer moeten respecteren. Waarom kunnen ze niet gewoon aannemen wat we zeggen, ook al snappen ze het niet? Jammer genoeg kunnen de mensen die het dichtst bij ons staan, er geen begrip voor opbrengen. Terwijl je in deze situatie juist alle steun uit je omgeving kunt gebruiken!"

Naschrift: de namen vd personen zijn om privacy redenen gefingeerd.

Uit: Adoptiemagazine, jaargang 16, nr 03

 
 
 
 
 
 
 
 

Ga naar boven