Welke problemen?
Veel van de problemen van adoptiekinderen vinden hun oorsprong in het verleden: de periode voordat zij opgenomen werden in het adoptiegezin.
Bij kinderen die afgestaan zijn door hun biologische moeder ontstaat vaak een oertrauma, daardoor zijn ze aan het 'overleven'.
Het is voor veel geadopteerden van levensbelang om de macht over hun eigen leven te houden.
Ze observeren, taxeren en manipuleren om dat te kunnen bereiken, ze zijn dan ook moeilijk te beïnvloeden.
Een gevolg is dat deze kinderen vaak moeite hebben met het leven in de intimiteit van een gezin, in vriendschappen, later ook in relaties en daarna zelfs moeite hebben om een relatie aan te gaan met hun eigen kinderen.
Deze nauwe affectieve banden kunnen voor hen erg knellend of zelfs verstikkend werken.
Welke problemen kunnen zich in een adoptiegezin voor doen?
Bij het kind
- Geen verschil voelen tussen ouders en vreemden
- Boosheid en agressief gedrag of lusteloosheid en depressief gedrag
- Geen gewetensontwikkeling; het liegt en steelt
- Zwart/wit denken; ziet mensen vaak als helemaal goed of helemaal slecht
- Geweld tegen ouders en/of partner
- Psychiatrische ziektes
- Moeilijk op eigen benen kunnen staan
- Eenzaamheid door angst om relaties aan te gaan
Problemen nemen vaak extreme vormen aan vanaf de puberteit maar gelukkig zien we ook dat de problemen afnemen als de kinderen in de twintig zijn.
Bij de ouders
- Isolement; niemand begrijpt hen
- Machteloosheid; het opvoeden lukt gewoon niet
- Relatieproblemen; het kind speelt hen tegen elkaar uit
- Burn-out; de verantwoordelijkheid blijft
- Gezondheidsproblemen; hoge bloeddruk, maagklachten, burn-out e.d.
Bij de andere kinderen
- Komen aandacht tekort; alle aandacht is voor het probleemkind
- Worden uitgespeeld; krijgen vaak de schuld
- Vertonen angstig of aangepast gedrag; door de woedeaanvallen of vernielzucht van hun broer/zus
- Nemen de verantwoordelijkheid over van hun ouders; die zijn opgebrand